Interview 5: “Een nieuwe wijk, vol energie.”

Peter Denneman kwam als jonge pastor in Stokhasselt. “Toen ik begon in ’71, was de Montfortkerk net klaar. De eerste pastores van de wijk moesten nog in een kantine en later in de oude schuur van de Ypelaer de stoelen klaarzetten voor de mis.”

Peter Denneman denkt met heel veel voldoening terug aan zijn jaren in Stokhasselt. Zijn credo “geloven doe je niet alleen met je hart, maar ook met je handen” bracht hij letterlijk en figuurlijk in praktijk in de wijk. De jaren in de wijk hebben hem gevormd. In 1994 vertrok hij naar Hilversum om mediapastor te worden. Heel katholiek tv-kijkend Nederland kent hem. “In 2010 werd ik 65, toen stopte ik met die taak. Nu ben ik provinciaal overste van de Montfortanen in Nederland. We zijn met 40 mensen en zijn een onderdeel van de internationale congregatie van Montfortanen, zo’n 850 in totaal.”

In 1971 ging Peter met de volgende zaken aan de slag in Stokhasselt. “Ik deed de huisbezoeken, rouwbegeleiding, de vieringen, voorbereidingen met groepen voor speciale gelegenheden, de liturgie, het opzetten van jongerengroepen. We hadden veel werkgroepen: voor de bejaarden, ziekenbezoeken, de parochie had meer dan 300 vrijwilligers. Ons werk lag veel op het maatschappelijk vlak. De lijntjes waren erg kort tussen pastoraat, huisarts, maatschappelijk werk, jongerenwerk, opbouwwerk, buurtparochie. Ik begon ook met het opzetten van de kinderboerderij, om mensen in de wijk goede bezigheden te bieden. Je had toen best wat werklozen, met veel industrie ging het in die tijd niet goed in Tilburg. Ik vroeg subsidie aan zodat ik werkgelegenheidsprojecten kon opzetten. Zoals het samen bouwen van die kinderboerderij.”

Wat hij ook opzette was een leerwerkplaats bij de kleuterschool van de Lochtenbergh. De werklozen van de textiel en de Voltfabrieken konden daar hun vaardigheden overbrengen op de jongeren. “We waren daar wel gewiekst in: als er weer gemeenteraadsverkiezingen kwamen, dan trokken we samen op en lieten onze goede plannen zien. Zo vingen we dan weer subsidie.”

Peter volgde de kadercursus Opbouwwerk, dat zie je overduidelijk terug in zijn werk. Ook met dramatische expressie bracht hij passie in de parochie. “We deden de bijzondere kerkelijke projecten waar we de jongeren mee trokken, zoals Jesus Christ Superstar en Seagull. Ik regelde iemand die het ballet verzorgde, iemand die het licht en de muziek deed en zo meer. Dat waren mooie tijden!” Bij zijn afscheidsbijeenkomst in ’94 kreeg Peter heel veel petten aangereikt. “Symbolisch, voor al die verschillende dingen die ik deed. Ieder keer zette ik een andere pet op. Dat deed ik het liefst.”

Peter herinnert zich dat de wijk een verandering onderging. Van een hechte wijk ontstonden er geleidelijk aan problemen. Vooral toen de Reeshof werd opgeleverd, vloog iedereen als uit een duiventil naar die nieuwe Tilburgse wijk. De flats in de Bellinistraat en Vivaldistraat hadden de laagste huren, daar woonden de sociaal zwakste mensen. “Het werd onveilig, er was overlast, ook door zoiets als hondenpoep. Dat waren in de wijk de thema’s van de jaren ’80. Maar in het algemeen zijn de jaren dat ik in Stokhasselt werkte voor mij heel inspirerend geweest. Het was dankbaar werk, om samen elkaar te helpen, nabij te zijn en zeker ook genieten van het enthousiasme en de energie van een nieuwe wijk. Er ontstond iets moois. Je mocht steeds nieuwe dingen ontwikkelen. Het was echt een gouden tijd.”