Interview 7: “Als je vrijwilliger bent, ben je eigenlijk de joker”

Noem Jontie Haans maar beroepsvrijwilliger, als je ziet wat hij al allemaal heeft gedaan in Stokhasselt. Echter, zijn feitelijke werk is finance manager. “Maar mijn banen en het vrijwilligerswerk, dat is een perfecte symbiose.

Kansen zien, mensen met elkaar verbinden om die kansen te benutten. En dan in overleg met organisaties om de dingen voor elkaar te krijgen. Dat is mijn ding!” vertelt Jontie. Jontie werd in 1960 geboren in de Molenstraat en verhuisde na de scheiding van zijn ouders met zijn moeder naar de Corellistraat. “Toen ik trouwde en kinderen kreeg, verhuisde ik naar de Reeshof. Maar ik bleef vrijwilliger in Stokhasselt. Ik was daar dan ook vaak te vinden.”


In zijn jeugd was hij altijd op straat en rolde zo geruisloos het vrijwilligerswerk in. “Ik kwam bij jongerenorganisatie Sjook. Rond mijn 15e kwam ik bij SWJS (Stichting Werkgroep Jongeren Stokhasselt). Voor de disco 12-16 werd ik te oud, dus ging ik als vrijwilliger meehelpen. Twee jaar later zat ik al in het bestuur van SWJS, samen met o.a. Frans van den Dries. Er was altijd wel iets te doen voor de jeugd in Stokhasselt. We hadden een grote fanatieke club vrijwilligers, ik was daar elk vrij moment van de dag, zeker toen we later een eigen jongerenruimte kregen. Begin jaren ’80 had het Jongerenwerk zelfs een gele VW bestelbus met een gele caravan erachter. Hiermee stonden we op verschillende tijden op plekken in de Heikant en de Stokhasselt om jongeren te helpen met allerlei vragen en problemen die zij hadden.”

Groeibriljant
Toen Jontie 20 was kwam hij in de Beheercommissie van de Ypelaer terecht. “Als bestuur van het wijkcentrum verhuurden we de ruimtes, regelden de bar, we bestuurden de hele exploitatie van het gebouw. We hadden regelmatig De Twern en de Gemeente tegenover ons, om dingen voor elkaar te krijgen. Na 1988 gingen de Beheercommissie en de Wijkraad samen door als Stichting Stokhasselt ‘88.” Dat werd het serieuze werk. Ze organiseerden veel activiteiten en festivals. Ook werd er heel veel geïnvesteerd in de bewoners van de wijk. “Wij zaten met onze neus op de ontwikkelingen. We hadden een mening over dingen die moesten gebeuren. We draaiden veel projecten samen zoals o.a. Buurtbeheer, Achter de Voordeur, Kleurrijk Noord. Stokhasselt ‘88 deed dit samen met de Gemeente, De Twern en WonenBreburg. Zo ook de Groeibriljant, een werkgelegenheidsproject voor moeilijke jongeren, betrokken bij reclassering, schuldsanering en/of verslavingszorg. Dit was een initiatief van mij en voorzitter Henri Oosterveen. Al snel waren 10 tot 15 jongeren aan het werk in de door ons gehuurde loods onder begeleiding van een projectmanager en een meewerkend voorman. Binnen één jaar hadden we er al een aantal aan het werk buiten de Groeibriljant. Het project werd gefinancierd vanuit de EEG in samenwerking met de gemeente. Vanuit het hele land kwamen mensen (o.a. staatssecretaris Van der Laan) kijken wat we voor elkaar kregen met de Groeibriljant. Wat heb ik veel rond de tafel gezeten met Jan Hamming, de toenmalige wijkwethouder. Ik heb daar goede herinneringen aan.”

Joker
“Als je vrijwilliger bent, dan ben je eigenlijk de joker. Je kan niet iedereen te vriend houden. Als je lang in het werk zit, dan krijg je steeds meer commentaar, terwijl je ook steeds meer dingen doet. Je moet soms een dikke huid hebben. Tegen wil en dank werd ik naast het Jongerenwerk op mijn 21e interim voorzitter van de Beheercommissie. Daarna ben ik ruim of 30 jaar penningmeester geweest. Ik hoef niet op de voorgrond, ik werk het liefst achter de schermen. En dan resultaten behalen. Dan voel ik me als een vis in het water.”

Parkfestival
Jontie had al jaren het idee om een Parkfestival te organiseren; subsidieverzoeken werden telkens afgewezen. Pas toen de Vouchers (Waardebonnen) beschikbaar kwamen voor de Aandachtwijken in Tilburg was het mogelijk om een 3-daags Parkfestival te organiseren. “Ineens ging het me wel voor de wind. De gemeente en WonenBreburg sponsorden ook. Ik belde Frans van den Dries, waarmee ik in het jongerenwerk had samengewerkt. ‘Ik heb nu geld’, zei ik, ‘we kunnen nu een Parkfestival organiseren!’ Samen met Frans deed ik dat twee keer. Daarna ben ik gestopt en ging Frans door. Inmiddels is het al vijf jaar een groot succes. Frans zei ‘je bent een mooie, je haalt mij terug en je stopt zelf’. ‘Geld moet rollen, activiteiten organiseren’, zeg ik altijd, ‘je moet het niet oppotten, want dan wordt het wegbezuinigd.” Jonties bloed kruipt waar het niet gaan kan. Inmiddels organiseert hij in de Reeshof een parkfestival.